Het lijken barre economische tijden en ik hoor sommige servicemanagers vrezen voor de toekomst. Zoals vele andere beroepsgroepen stelt zich de vraag welke breakthrough innovatie er voor de deur staat en hoe je je als manager daarop kunt voorbereiden. Zeker als technicus kan je voelen dat de Uber uit onze eigen sector niet lang meer op zich kan laten wachten. Laat mij eens alle buzzwords op een rij zetten om die vrees te beschrijven.
We leven in een digitale wereld waarbij alles met alles is verbonden en informatie doorgeeft. Het Internet of Things. Deze informatiestroom zal het mogelijk maken om toestandsmetingen van een machine door te sturen naar de serviceorganisatie die deze info in een big data analyse zal verwerken om de levensduur van machines beter te voorspellen. De Remaining Usefull Life zal de forecast van wisselstukken direct aansturen. Levering van wisselstukken gebeurd door drones of deze worden ter plaatse geprint door de 3D printer. De herstelling/vervanging/ onderhoud zal gebeuren door robots. Machinelearning zorgt er in de smartindustrie voor dat aantal interventies zullen verminderen.
Maar er is hoop. In Davos op het WEF kreeg het Vlaams Materialenprogramma dit jaar een prijs. Een mooie bekroning voor een prachtwerk. Het is zeker de moeite waard om de uitdagingen van product-dienstcombinaties eens goed door te nemen. Er zal hiervoor wel nog wat werk moeten verzet worden om de financiële en juridische contractmodellen op te stellen die er op gericht zijn om het eigenaarschap op een andere manier te bekijken.
Mijn aandacht kreeg het Vlaams Materialenprogramma omwille van het beschreven jobpotentieel. De job van servicetechnicus en servicemanager staat voor nieuwe uitdagingen in de circulaire economie. Competenties zoals klantgerichtheid en communicatievaardigheden zullen nog belangrijker worden. Voor de manager zal leiderschap, agilty en organisatievermogen instaan voor het succes. Hoog tijd om je als servicemanager daarop voor te bereiden.